Mijn promotieonderzoek resulteerde in 2000 in dit boek: Ekklesia van Leven, een aanzet tot een discussie tussen kosmologie en bevrijdingstheologie. Hetzelfde jaar nog vertaald in het Duits.
Het sacrale en profane, mens en niet-menselijke natuur worden in dit boek in hun onderling verband gezien. Het bevat een beschrijving van de uitgangspunten, waaraan een theologisch kosmologisch ontwerp moet voldoen en beschrijft de kosmologische stand van zaken in de historische en hedendaagse theologie. Het kosmologisch ontwerp van Sally McFague wordt onder de loep gelegd en gekoppeld aan de bevrijdingstheologie van Elisabeth Schussler Fiorenza. Eco-spiritualiteit in een tijd van ecologisch verval en klimaatverandering!
Het woord Ekklesia verwijst terug naar het radicale Griekse democratie ideaal uit de oudheid waar rijke jongelingen in het politieke forum beslissingen namen met het oog op het ‘welzijn van allen’. Dit democratie concept bevat het zaad dat telkens opnieuw in de geschiedenis openbarst om nieuwe groepen in het politieke forum vertegenwoordigd te laten zien opdat ‘het welzijn van allen’ ook inderdaad allen betreft. Het boek vormt een pleidooi om ook de niet-menselijke natuur – ecosystemen, biotopen, dieren, planten – in het politieke forum een stem te verschaffen. Ook deze stemloze natuur verdient het een stem te krijgen in de ‘ekklesia‘.
Meest prangende vraag waarmee ik dit onderzoek startte, was de vraag: Waarom gaan we in onze westerse cultuur met dieren en natuur om op de wijze zoals we nu doen? Neem bijvoorbeeld de bio-industrie met zoveel kippen op een m2 die nooit daglicht zien. Of zeugen die ingeklemd tussen stangen op een rooster liggen onder warmtelampen (terwijl de dieren hun lichaamswarmte niet kwijt kunnen). Hoe verantwoorden we deze handelswijze? Sinds wanneer werden natuur en dieren tot zielloos object verklaard? Wat zijn de gevolgen voor de niet-menselijke natuur, wat zijn gevolgen voor onszelf en wat zijn de gevolgen voor de relatie tussen mens en niet-menselijke natuur van deze houding ten opzichte van niet-menselijke natuur? Is het mogelijk het tij te keren nu we geconfronteerd worden met een desastreuze ecologische verwoesting? Of gaan we door op deze weg en komen we er wel uit met technologische oplossingen?
In dit boek bepleit ik een samengaan van een nieuwe hedendaagse kosmologie met bevrijdings-theologische uitgangspunten. Het is belangrijk om noodzakelijke technologische en economische oplossingen en politieke sturing samen te brengen onder de paraplu van theologische kosmologie. Theologische kosmologie als voedingsbodem voor het ontwikkelen van het bewustzijn dat we onlosmakelijk verbonden zijn met elkaar en het leven om ons heen en dat onze autonomie slechts binnen kaders van afhankelijkheid vruchtbaar kan zijn.
Ik geef nog regelmatig en met veel plezier lezingen rond de thema’s uit dit boek. Ze zijn helaas nog steeds actueel. Reflectie op onze lichamelijkheid, onze vermeende autonomie en de relatie mens natuur zijn nog even urgent als begin deze eeuw gezien de huidige klimaatverandering en de ecologische crisis waarmee we kampen.